maandag 23 november 2009

Just Run One hour: van ‘zo vader zo zoon’ naar ‘je wordt ouder papa’

De uursloop van Just Run is een mooie traditie. En dit jaar is het voor mij persoonlijk een bijzondere want Mart loopt voor het eerst mee. Daar ging wel een ‘goed gesprek’ aan vooraf want hoewel hij 3 keer per week bij de AVA traint en inmiddels een stuk sneller dan ik ben op de 1 en 5 km is een wedstrijd van een uur toch een compleet nieuwe ervaring voor hem.

Daarom spraken we het volgende met elkaar af:
* Het eerste half uur lopen we samen
* Als hij daarna harder wil dan is dat prima
* Bij pijn: uitstappen
* Ik bepaal het tempo in het begin (ergens tussen de 4.45 en 5 minuten de km)
Aldus moet het voor Mart als 13-jarige ongetwijfeld wel een nieuwe loopervaring worden maar wil ik het risico op een blessure minimaliseren.

Hieronder ons gezamenlijke verslag dat oorspronkelijk voor de Just Run website is geschreven. De foto is van van Ron Gase.


Arjan: De wedstrijd begint vroeg. Om het lichaam toch de tijd te geven voldoende wakker te worden en in te kunnen lopen staat de wekker om 08.00 uur. Na brood en een banaan stappen we om iets over negenen de auto in. Wat volgt is het ritje naar Almere Haven en het halen van de wedstrijdnummers. Rond half tien staan we samen op het parcours om een rondje in te lopen, wat te rekken en strekken en de wedstrijd ‘tactiek’ (zie boven) nog eens door te nemen.
Mart: we gaan klaar staan voor de start. Wat me opvalt is dat niemand staat te dringen om vooraan te staan. Dat is wel anders dan de wedstrijden waaraan ik normaal gesproken meedoe.
A: Zo’n gemoedelijke start is echt een kenmerk van de Just Run One Hour!
M: Zonder dat het de bedoeling is, staan we dus vooraan. Als het startschot klinkt start iedereen rustig. We worden ingehaald door drie lopers en zitten al snel in een klein groepje.
A: Het begin van een wedstrijd is het toch een kwestie van in je ritme komen en na een kleine kilometer lopen we weer met z’n 2en, het groepje achterlatend.
M: We rennen al snel in een lekker tempo. Behoorlijk stevig maar het voelt goed. Op het tweede deel van het parcours hebben we een harde wind tegen en kan ik achter m’n vader schuilen.
A: De wind is inderdaad erg sterk, het is dan altijd verstandig om de luwte te zoeken.

M: De eerste doorkomst is rond de 11.30 minuten. Dat is wat snel. Tijdens het hardlopen worden we veel aangemoedigd omdat mensen weten dat we als vader en zoon samenlopen.
A: Dat is het mooie van een Just Run loop. Eigenlijk is het 1 grote loopfamilie
M: Het tweede rondje kunnen we het tempo goed vasthouden.
A: Ik kan het ondertussen niet nalaten om aanwijzingen te geven: kleine pas de brug op, pas op met het snijden van de bochten want daar is het glad, blijf schuin achter me lopen tegen de wind in… Gelukkig vindt Mart deze goedbedoelde tips niet erg (hij laat het in ieder geval niet merken).

M: Ik krijg veel aanwijzingen van m’n vader. Daar zitten wel een paar handige tussen. Ondertussen gaat het derde rondje in. Nu begint het zwaarder te worden. We zitten op de helft! Erg leuk dat we zoveel worden aangemoedigd.
A: Een half uur, dus dat betekent een korte evaluatie. Mart vertelt dat het goed gaat maar dat hij (nog) niet wil versnellen.
M: Het tempo is op dat moment snel genoeg!
A: Ondertussen lopen we van vrijwilliger naar vrijwilliger die als een soort ijkpunten op het parcours staan. Ze zijn allemaal even enthousiast en waarschuwen me dat ‘die kleine’ nog steeds vlak achter me zit.

M: Aan het begin van het vierde rondje krijg ik een dipje. Opeens voel ik m’n krachten wegvloeien. M’n vader moet wat rustiger aandoen omdat er anders een gat valt. Ik denk dat het nog wel eens zwaar kan worden en dat m’n vader toch sneller is.
A: Mart laat gaatjes vallen en ik zie een enkele vrijwilliger bezorgd kijken. Maar ik vertel tegen Mart dat het altijd tijdens een wedstrijd kan voorkomen dat je een dip hebt. De kunst is om te herstellen. Op het stuk wind mee tijdens het 4e rondje laten we het tempo iets zaken maar niet te veel. Ondertussen probeer ik Mart op te peppen. De mensen langs de kant roepen hem ook bemoedigend toe.

M: Rondje 4 is halverwege en ik voel me weer beter. Ik zie dat we nog een kwartier moeten. Voor mij is een kwartier lopen bekend terrein dus ik besluit te versnellen.
A: We lopen tegen de wind in en Mart loopt bij me weg! Dat had ik niet zien aankomen. Ik roep hem nog toe dat het een kwartier duurt en dat hij gedoseerd moet versnellen. Maar hij is weg, alsof de wind geen vat op hem heeft.
M: Ik loop richting start/finish en zie dat ik een gat heb geslagen. De toeschouwers vragen waar m’n vader is. Achter me dus. Met nog 13 minuten te gaan vragen ze bij start/finish of ik een krijtje wil maar dat sla ik af want ik verwacht nog wel een rondje te kunnen rennen.
A: Voor mijn gevoel gaat m’n tempo weer omhoog. Maar Mart loopt ondertussen van me weg. De vrijwilligers en toeschouwers kunnen het niet laten op te merken dat Mart voor me loopt. ‘Je wordt ouder papa’ hoor ik. Maar ik geniet!

M: Ik probeer m’n versnelling in rondje 5 vast te houden maar de laatste kilometer is zwaar. De wind maakt het extra moeilijk. Bij start/finish heb ik nog twee minuten te gaan. Ik krijg veel aanmoedigingen en pak een krijtje aan. Ik probeer nog een eindsprint te doen maar ik kan alleen m’n tempo vasthouden. Bij de tweede bocht klinkt de toeter. Voordat ik m’n nummer op kan schrijven moet ik eerst uithijgen. In de verte zie ik m’n vader en wandel naar hem toe.
A: Het laatste stuk is afzien. Ik wil in ieder geval 5 rondes lopen en met nog 1 minuut op de klok lukt dat. Bij de finish word ik een rondje gelapt door de eerste loper en probeer in ieder geval nog de volgende bocht te halen. Iets voorbij de ‘standplaats’ van Hans gaat de toeter. Ik schrijf m’n nummer op de grond en zie Mart in de verte aan komen lopen. Samen wandelen en dribbelen we vervolgens naar de finish. In de kantine drinken en eten we nog wat, praten even na met andere lopers en gaan naar huis. Een mooi einde van een perfecte vader-zoon loop.

M en A: we willen alle vrijwilligers bedanken voor deze mooie loop, volgend jaar weer!

En voor wie benieuwd is naar de einduitslag: Mart haalde een afstand van 12685 meter, bij mij bleef de teller steken bij 12504.

Geen opmerkingen: